Bij de decentralisatie van de zorg voor jeugd komen alle taken op het gebied van de geïndiceerde Jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVB vanaf 1 januari 2015 naar de gemeenten (Plasterk, 2013). Deze decentralisatie biedt de gemeente Groningen de mogelijkheid om zorg en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen op een andere manier vorm te geven.
Al vanaf 2007 is Groningen bezig met het vormgeven van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s), gekoppeld aan vensterscholen in zes wijken. Na een aantal jaren ontwikkelen en praktijkervaring opdoen in samenwerking met de lokale partners werd in september 2010 een definitieve visie op schrift gesteld (Gemeente Groningen, projectbureau CJG, 2010). In het licht van deze ontwikkelingen (decentralisatie en CJG’s) is de gemeente op zoek naar manieren om de dienstverlening van de zorg voor jeugd te verbeteren. Om dit te kunnen realiseren is ervoor gekozen om bij drie Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s) in de wijken Beijum, Vinkhuizen en Paddepoel/Selwerd/Tuinwijk vernieuwingen in gang zetten door te experimenteren op de werkvloer. Hiervoor wordt de methodiek van Leerfabriek 2.0 ingezet (Zeilemaker, 2012) in combinatie met de uitgangspunten van het programma ‘Groningen voor elkaar’, onder de noemer van het project Doorbraak in jeugdhulpverlening (Sytsma, 2012). In dit rapport wordt geëvalueerd hoe dit project is verlopen en welke resultaten dit heeft opgeleverd.